Praktische informatie

Opslag

  1. Het wordt aanbevolen om de elementen van het systeem op een droge plaats te bewaren.
  2. Het is aangewezen om de systeemelementen tot aan moment van de montage in fabrieksverpakkingen te bewaren. Men dient echter te vermijden dat de in folie verpakte goten en afvoerpijpen langer dan 3 maanden na inkoopdatum bewaard worden (na deze periode kan het moeilijk zijn om de folie te verwijderen).
  3. Bij bewaring in bulk moeten de goten en afvoerpijpen beveiligd worden tegen verschuiven. Op losse stapels mogen niet meer dan 4 lagen materiaal bewaard worden.
  4. Staal is een plastisch materiaal. Alle deuken zullen op de goten blijven en kunnen ertoe leiden dat het systeem niet volledig lekvrij zal zijn.

Vervoer

  1. De lading moet geïmmobiliseerd zijn.
  2. De lading moet op een vlakke oppervlakte horizontaal oppervlakte vervoerd worden.
  3. Het is aanbevolen om het laden en het lossen manueel te laten gebeuren

Onderhoud

  1. Goten moeten regelmatig gereinigd worden. Blaren en andere verontreinigheden moeten ten minste twee keer per jaar verwijderd worden.
  2. Om corrosie tegen te gaan, moeten eventuele beschadigingen schoon worden gemaakt en met beitsmiddel behandeld worden.
  3. Afhankelijk van je wens kan het dakgotensysteem na een tiental of tientallen jaren na montage opnieuw geverfd worden.

Corrosieklasse

KLASSE Corrosieklasse VOORBEELD VAN DE OMGEVING
C1

ZEER LAAG

verwarmde plaatsen, objecten bevinden zich in droge lucht met een te verwaarlozen niveau van verontreinigingen zoals bijvoorbeeld: kantoren, scholen en hotels.

C2 LAAG plaatsen met een laag niveau van luchtverontreinigingen; onverwarmde plaatsen met schommelende temperaturen en vochtigheidsgraad; frequentie van condensaties en luchtverontreinigingen is laag; bijvoorbeeld: fitness centra, loodsen en magazijnen.
C3 MATIG

plaatsen waar zout aanwezig is, niveau van luchtverontreinigingen – matig; stedelijke gebieden, KMB/KMO-zones met lichte industrie, plaatsen aan de kust; plaatsen met een gemiddelde vochtigheid en zones waarin lucht door melkhouderijen en –verwerkingsbedrijven, wasserijen en bierbrouwerijen verontreinigd kan zijn.

C4 HOOG plaatsen met een matige condensatie van zout en een matig niveau van luchtverontreinigingen; industriezones en plaatsen aan de kust; plaatsen met hoge luchtvochtigheid en een hoog niveau van luchtverontreinigingen afkomstig van productieprocessen zoals chemische industrie, overdekte zwembaden, scheepswerven.